Waarom daalt de dollar?
Valutahandelaren verwachten dat de rente in de Verenigde Staten omlaag zal
gaan, en die in Europa hoog blijft. Dat maakt beleggen in dollars minder
aantrekkelijk en beleggen in euro’s lucratiever. Speculanten lopen vooruit
op die bewegingen en ruilen dollars om voor euro’s. Gevolg: een goedkopere
dollar en een duurdere euro.
Waarom verwacht men een lagere Amerikaanse rente?
Al voor de kredietcrisis uitbrak waren de signalen voor de Amerikaanse
economie niet florissant. De conjunctuur is sinds begin dit jaar aan het
inzakken. De verwachting is dat de snel afkoelende huizenmarkt dit
natuurlijke ebtij van de economie zal versterken. Huizenprijzen zullen dit
jaar dalen waardoor eigenaren geen overwaarde kunnen verzilveren en de
uitbundige consumptie in de VS inzakt.
Daarop is voor de Amerikaanse centrale bank maar een reactie mogelijk:
verlaging van de rente om de economie op te peppen. De kredietcrisis van
deze zomer heeft die renteverlaging versneld. Gevolg is dat ieder negatief
bericht over de Amerikaanse economie – zoals donderdag een tegenvallend
cijfer over huisverkopen – leidt tot een nieuw laagterecord voor de dollar.
Is dat het hele verhaal achter de lage dollar?
Nee, er is meer aan de hand. Al jaren importeren Amerikanen veel meer dan ze
exporteren. Het tekort op de handelsbalans is daardoor zo groot geworden dat
de VS iedere dag 2,5 miljard dollar van het buitenland moet lenen om de
importrekening te kunnen betalen.
Volgens veel economen is dit een onhoudbare situatie, die alleen met een veel
goedkopere dollar op te lossen is. Dan wordt immers de Amerikaanse import
duur en export goedkoop en komt de handelsbalans meer in evenwicht. Die
noodzakelijke daling van de dollar komt op gang als het buitenland niet
langer bereid is het tekort te financieren en minder dollartegoeden wenst
aan te houden.
Is dat moment nu aangebroken?
Daar lijkt het volgens sommige analisten wel op. China was lange tijd de
belangrijkste financier van het handelstekort van de VS en was bereid enorme
dollartegoeden op te bouwen. Dat was voor China een manier om te voorkomen
dat de eigen munt ging stijgen ten opzichte van de dollar, en Chinese
exportproducten duurder werden. Het afgelopen jaar heeft China aangekondigd
om een deel van de dollartegoeden om te zetten in andere valuta, zoals de
euro en de yen.
Ook andere landen – bijvoorbeeld in het Midden-Oosten - willen hun
dollarreserves verminderen. Als dat gebeurt zal het Amerikaanse kaartenhuis
instorten. Beleggingsgoeroe Jim Rogers vatte die toekomst deze week bondig
samen: “De dollar gaat nog jaren omlaag”.
Zijn er ook dissidenten?
Jazeker. Niet iedereen gelooft in het doemverhaal. Alan Greenspan,
bijvoorbeeld, schetst in zijn pas verschenen biografie een veel
optimistischer beeld van het Amerikaanse handelstekort. Volgens de
voormalige Fed-voorzitter is dat tekort niet ontstaan omdat de Amerikanen
teveel geld uitgeven, maar omdat het buitenland zo graag in de sterke
Amerikaanse economie belegt. De VS is nog altijd de beste plek om vermogen
te laten renderen, dus brengt de hele wereld zijn spaargeld naar Amerika.
Het is een economische wetmatigheid dat netto kapitaalimport leidt tot een
handelstekort. Dat tekort is dus niet de oorzaak maar slechts het gevolg van
de instroom van buitenlands beleggingskapitaal. Overigens kan in Greenspans
verhaal de dollar ook fors dalen, maar dat is dan geen bewijs van de zwakte
van de Amerikaanse economie.
En wij in Europa, wat merken wij van de goedkope dollar?
Door de dure euro wordt onze export duur en import goedkoop. In theorie zullen
de Europese producenten dus flink afzien door verschuivingen op de
valutamarkt. Maar tot nu toe houden ze goed stand. De export is niet
ingestort en de Europese economie lijkt overeind te blijven. Blijkbaar
kunnen de bedrijven de dure euro nog opvangen in hun winstmarges.
Bedrijven met dochters in de Verenigde Staten krijgen het ook voor de kiezen.
De winsten van die dochterbedrijven zijn in euro’s minder waard, dus drukken
de concernwinst. Geluk bij een ongeluk is dat de Amerikaanse economie er dit
jaar toch al niet zo fraai voorstond. In de winstprognoses hebben de
Europese bedrijven daarom vaak geen winstsprong in de Verenigde Staten
meegenomen. Grote tegenvallers blijven daarom mogelijk uit.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl